Rijtest Toyota Yaris 1.5 Hybrid: een lekker potje sturen

Hij lijkt in niets meer op het brave bolletje van twintig jaar geleden. De scherp gestileerde Toyota Yaris van nu kijkt een stuk gemener dan zijn aartsvader, de Auto van het Jaar 2000. Als titeldrager van 2021 moet de nieuwste Yaris waarmaken wat drie generaties voor hem niet lukte: een jong publiek aanspreken. De voortekenen zijn veelbelovend. 

Auto van het Jaar, wat is zo’n titel eigenlijk waard? Toen de oer-Yaris ‘m in de wacht sleepte in 2000, was zijn grootste rivaal de Fiat Multipla. Helaas weten we allemaal wat er van die – overigens uitstekend rijdende – Italiaan is geworden. Toyota daarentegen maakte het succes van de Yaris te gelde. De generaties 2 en 3 daarna werden beide op hun beurt genomineerd door de internationale jury, maar niet verkozen. En de vierde wint dus weer de titel; opnieuw afgesnoept van een veelgeprezen Fiat, nu de volledig elektrische 500 E.         

Al die Yarissen vonden in ons land 160.000 tevreden kopers. Tevreden inderdaad, want Toyota’s betrouwbaarheid wordt zelden beschaamd. Alleen: gaandeweg bleken vooral oudere bestuurders geïnteresseerd, en zo’n imago schud je zomaar niet af. Werd het oorspronkelijke bolletje nog wel hip gevonden in zijn tijd, de opvolgers waren vooral – saai hoor je ons niet zeggen – risicoloos vormgegeven. Maar toen sloeg Toyota’s hoogste baas én autosportliefhebber Akio Toyoda met zijn vuist op de directietafel: ‘No more boring cars!’, beval hij.

Sindsdien waait er een frisse wind door de Toyota Motor Company. De beeldenstorm leidde op de ontwerpafdeling tot onder meer de excentrieke C-HR, een terugkeer van de Supra (zie rijtest) en vorig jaar dus de geheel herziene Yaris. Hij oogt sportiever en krachtiger dan ooit, met zijn toegeknepen, katachtige koplampen en brede wielkasten. De Yaris werd korter, lager en breder. Zo’n auto die als het ware uitdaagt om lekker een eindje te gaan rijden. Een goed idee leek ons, nu hij de kersverse Auto van dit Jaar is. Daarbij: ‘the proof of the pudding is in the eating’, zeggen de Britten, en dat zal toch ook wel opgaan voor sushi?      

Hoe rijdt het?

Ons testexemplaar betreft een kobaltblauwe 1.5 Hybrid automaat in Dynamic-uitvoering. De auto staat voor ongeveer 26 mille in de prijslijst, zeven mille (!) meer dan het instapmodel, de 1.0 met benzinemotor van 18.795 euro. Voor die zevenduizend euro’s krijg je om te beginnen dan wel die veel vlottere, superzuinige hybride motor met een opgeteld vermogen van 116 pk.  Overigens meldt Toyota dat van alle Yaris-kopers 91 procent voor de hybride uitvoering kiest.   

De driecilinder 1.5 is zoals gebruikelijk bij Toyota gekoppeld aan een cvt-automaat. Een vlot werkende aandrijflijn. Ook gevoelsmatig, nu eindelijk het verfoeide elastiek- en kauwgomeffect – veel gespin en weinig wol – uit de transmissie is gefilterd. Bij accelereren meldt zich wel vaak het typische kleppergeluidje dat zo’n driecilinder kenmerkt.     

Verwend en gewend 

Aan boord word je voor deze prijs verwend met zo’n beetje alle actieve en passieve rijhulpen die je maar kunt bedenken: adaptieve cruisecontrol, achteruitrijcamera, botswaarschuwing met voetgangersdetectie en nachtfunctie, verkeersbordherkenning met snelheidswaarschuwing en meer. Actieve rijstrookbewaking heeft-ie ook, maar vanwege het soms nogal dwingende karakter van dit exemplaar zetten we die liever uit. Even zoeken soms, want een nadeel van al deze elektronische hulptroepen is dat het erg druk is met priegelige knopjes op het stuurwiel. Samen met de aandacht die het centrale mediascherm en het klokkenpaneeltje recht vóór je vragen, is dat niet bevorderlijk voor je blik op de weg.  Al zal het op de duur wel wennen.

Gelukkig mag je ook zelf nog wat doen, want het is beslist een lekker potje sturen in deze Toyota. De Yaris komt rap en op elektrische kracht geruisloos van zijn plek. De motor reageert vlot en levendig op het gas. Sturen gaat direct en precies, en dankzij de stijve koets en het doordachte onderstel blijft het stil en comfortabel op klinkerwegen en in lange bochten.

Imponerend

Bij inhaalacties op hogere snelheid is de Yaris met de elektrische assistentie alert. Alleen met ingeschakelde eco-stand voel je de brandstofmotor soms lichtjes hikken als-ie plotseling moet inhaken.  Ook bij stevige remingrepen blijft de Toyota mooi stabiel en horizontaal: dat is veilig. Een voor deze klasse imponerend weggedrag.

De zit voorin is goed, dankzij uitgebreide verstelmogelijkheden van zetels en stuur. De rugleuning houdt je lekker vast, maar voor wat langere mensen zijn de zittingen erg kort. Achterin is het geen balzaal, al zal ook niemand dat verwachten. Twee volwassenen van gemiddelde lengte kunnen het er niettemin best een poos uithouden. De rug van de achterbank is in twee ongelijke delen neerklapbaar. De laadvloer die zo ontstaat is niet vlak. Met de achterbank rechtop heb je een bagageruim van 285 liter.                   

Over liters gesproken: wij lazen na een weekje sturen een brandstofgebruik af van 1 liter op 22 kilometer. Gezien de vele korte ritten en demonstratierondjes een nette score, die ongetwijfeld in de dagelijkse praktijk veel beter kan.  

Conclusie Toyota Yaris 1.5 Hybrid Dynamic

De uitgebalanceerde Toyota Yaris laat geen misverstand bestaan over de aspiraties van ’s werelds grootste autofabrikant. De Auto van het Jaar 2021 stelt op geen enkele manier teleur. Met een uitdagend design, bovengemiddelde rijeigenschappen en een bescheiden brandstofconsumptie zal deze generatie de weg naar jonge kopers wel vinden. Natuurlijk moet de betrouwbaarheid zich nog bewijzen, maar iets zegt ons dat dit wel snor zit.