De rallysport is helaas steeds meer een vergeten kindje in de wereld van de autosport. Vroeger kwam het wel eens op RTL7 of Eurosport, maar zo ver wij weten is het nu niet meer publiekelijk toegankelijk voor iedereen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik helemaal niet wist dat er überhaupt nog werd gerallyd in Nederland. Gelukkig was daar de uitnodiging van Opel. Ik reisde af richting het kletsnatte zuiden om daar te snoepen van de (elektrische) rally-ervaring.
ADAC Opel e-Rally Cup
De ADAC is de Duitse neef van onze ANWB. De wegenwacht dus. Zij werken samen met Opel om de elektrische Corsa rally de organiseren die de naam ADAC Opel e-Rally Cup draagt. Dit is een apart klassement, net als bijvoorbeeld vroeger de Group-B. Dit samenwerkingsverband gaat de Stellantis-samenwerking zelfs nog voor, zo lang is het al bezig.
De auto’s die worden gebruikt in dit klassement zijn allemaal identiek. Het zijn allemaal door Opel omgebouwde e-Corsa’s die je zelfs bij Opel kan bestellen. De auto’s kunnen worden aangepast qua stoelpositie en je kan een klein beetje pielen met de vering en de bandenspanning, maar verder zijn de auto’s 100% gelijk. Zelfs qua gewicht. Er wordt met gewichten in een specifiek gewichtsbakje precies het goede gewicht gerealiseerd, afhankelijk van het gewicht van de bestuurder en de navigator.
Naast de rally-aanpassingen zoals de rolkooi, alle veiligheidssystemen en het leeggesloopte interieur (inclusief natuurlijk een hydraulische handrem) is de e-Corsa helemaal standaard. De elektromotor levert, net als in de productieauto, 136pk. Sterker nog, de gehele aandrijflijn is gelijk. Het enige wat verschilt is dat er een andere ECU in zit, zodat de ABS en traction controle wordt verwijderd.
Hoe werkt dat dan?
Bij een rally-evenement vindt men altijd een village. Dit is de plek waar alle auto’s tussen de proeven terugkomen om alle koeien uit de grille te halen en de wielen weer te monteren. Een soort pitstraat dus, maar dan groter en minder georganiseerd. Alle rallywagens van de 59e ELE rally konden verzamelen op een parkeerplaats naast Veldhoven, de proeven bevonden zich in de omgeving daarvan.
Maar, de e-Corsa’s waren daar niet te vinden. Dat is namelijk één van de grootste uitdagingen, het laden van de auto’s. Als de auto op eco-stand staat, om bijvoorbeeld van proef tot proef te rijden, kan hij gewoon rustig 230km rijden. Maar, als hij op rallystand staat en je hem een beetje op z’n staart trapt, houdt hij ongeveer 30-50km vol. Dat is niet veel, maar wel genoeg voor een proef of twee.
Als ze leeg zijn, kan je natuurlijk niet met de bijna twintig auto’s van dit klassement de woonwijk inrijden om te hopen op een 11kW-paal. Er moet een goede plek worden gekozen om alle auto’s op te kunnen laden. Er vindt vooraf dus overleg met de lokale autoriteit plaats om een goede plek te kiezen waar ze hun transformatoraanghangwagen linea recta in het stroomnet kunnen prikken (zie foto).
Na de proeven komen de auto’s terug in hun eigen e-village. Hier wordt de stroom van het net, via de transformator, richting de charging cubes gezonden. Per auto één cube. De auto’s komen ongeveer om de één a anderhalve minuut binnen. Op een punt staan ze er dus allemaal en laden ze allemaal tegelijkertijd op vol gas op. Dit betekent dat er dan een hoeveelheid stroom wordt getrokken die ongeveer gelijk is aan 7000 huishoudens.
De toekomst?
Wij denken dat hier, in de elektrische rallysport, echt wel een toekomst zit. Het is een stuk ingewikkelder om het allemaal te bewerkstelligen in vergelijking met ‘gewone’ rally. Maar, met de juiste voorbereidingen en een aangepast schema, lukt het prima om de elektrische auto’s mee te laten crossen. Voorlopig is dit de enige elektrische rallycup in de wereld, maar met het nieuws dat Lancia ook wil terugkeren naar de rallysport met de nieuwe Ypsilon zijn ze misschien niet lang alleen meer…
