Waterstof. Klinkt futuristisch, ruikt naar scheikundeles en belooft een emissieloze toekomst. Maar voordat we collectief onze benzinebrander bij het grofvuil zetten, rijst de vraag: hoe werkt zo’n waterstofmotor nou eigenlijk? Is het een serieuze vervanger voor de klassieke knalpijp? We kijken hoe het werkt en natuurlijk wat het kost.

Twee soorten waterstofgekkigheid

Laten we eerst een misverstand de wereld uit helpen. Een ‘waterstofauto’ kan twee dingen betekenen:

Brandstofcel (FCEV): Hierbij wordt waterstof omgezet in elektriciteit, die een elektromotor aandrijft. Vergelijk het met een rijdende krachtcentrale op gas. Voorbeelden: Toyota Mirai, Hyundai Nexo. Vrij klinisch en stilletjes.

Waterstofverbrandingsmotor (HICEV): Gewoon een verbrandingsmotor, maar dan eentje die op waterstof loopt. Lawaai, trillingen, het echte werk. Maar dan zonder de geur van Euro 98. Toyota en BMW knutselen hier nog volop mee.

Hoe werkt dat spul?

Simpel gezegd: in plaats van benzine injecteert de motor waterstof in de cilinders. Daar wordt het vermengd met lucht, tot ontbranding gebracht en – voilà – je rijdt. Net als bij een ouderwetse motor, maar dan met waterdamp uit de uitlaat in plaats van CO₂.

Technisch gezien is het gewoon de klassieke motortechniek met een andere saus eroverheen. Alleen is die saus extreem licht ontvlambaar, onder 700 bar druk opgeslagen en vatbaar voor paniekkrantenkoppen. Maar daar komen we nog op terug.

Wat zijn de voordelen?

Snelle tankbeurten. Geen Netflix-marathons op het laadplein. Waterstof tanken duurt niet langer dan benzine of diesel tanken. Snel stoppen en weer snel onderweg dus.

Geen CO₂-uitstoot. Hooguit een beetje waterdamp, dus je kunt je geweten gerust op het dashboard zetten.

Bekende techniek. Autofabrikanten hoeven geen compleet nieuwe aandrijflijnen uit te vinden. Gewoon het oude vertrouwde blok, met een twist. Voor de consument verandert, behalve het tankproces, ook bar weinig. Zeker in het geval van een HICEV gedraagt die zich zoals de benzinemotor die ze gewend zijn.

En de nadelen? Zet je schrap.

Rampzalige efficiëntie. Van groene stroom naar waterstof, naar verbranding, naar wielaandrijving – onderweg raak je zo’n 70% van je energie kwijt. Als je dat met geld zou doen, kreeg je een belletje van de bank. Makkelijk uitgelegd betekent het gewoon dat je waterstofmotor veel verbruikt. In theorie dan. in de praktijk is het mogelijk meer dan 1000 kilometer per tank uit je waterstofauto te halen.

NOx-uitstoot. Geen CO₂ dus, maar stikstofoxiden zijn nog steeds een ding. Vooral bij hoge verbrandingstemperaturen. Niks is gratis.

Tanks onder hoge druk. 700 bar, oftewel: dezelfde druk als een olifant op een vingernagel. Je begrijpt: daar komt nogal wat techniek bij kijken. En kosten. En veiligheidsprotocollen waar NASA-ingenieurs het warm van krijgen.

Is tanken dan niet levensgevaarlijk?

Nee hoor, tenzij je besluit te roken tijdens het tanken. Maar dat is ook bij benzine geen briljant idee. Moderne waterstofstations zijn uitgerust met allerlei sensoren, automatische afsluiters en koppelingen die hermetisch afsluiten. Tanken voelt ongeveer net zo spannend als je bandenspanning controleren. Mits je geen pyromaan bent – in welk geval we eigenlijk sowieso geen tankbeurt aanraden.

Niet levensgevaarlijk, maar wel anders dan je gewend bent. Het tankproces lijkt op LPG-tanken. De aansluiting is vergelijkbaar, maar een stuk groter. Heb je eenmaal geparkeerd, dan sluit je de pomp aan op de auto. Die hebben vervolgens een klein digitaal onderonsje. Nadat ze een veiligheidswoord afgesproken hebben, begint het tanken. Het waterstof wordt binnen drie tot vijf minuten met 700 bar in je tank geperst. Op het moment van schrijven kost waterstof tussen de €10 en €12 per kilo. Een Toyota Mirai bijvoorbeeld heeft een tankcapaciteit van zo’n zes kilogram, tussen de €60 en €70,- per tankbeurt. De actieradius is zo’n 650 kilometer. Afhankelijk van je rechtervoet.

Waterstof tanken met de Mirai
Waterstof tanken met de Mirai

De infrastructuur: vooral veel lucht

Nederland telt op dit moment (juli 2025) minder dan twintig waterstoftankstations. En die staan op strategische plekken. De planning is dat er meer komen, maar vooralsnog zul je vooral veel moeten zoeken.

Hier is iets dat geen hete lucht is: als je waterstof gaat tanken, weet dan dat alles automatisch stopt! Dat veiligheidswoordje dat auto en pomp afgesproken hebben, is er niet voor niets. Jij hoeft niets te doen. Doe je dat wel, door bijvoorbeeld op de stopknop te drukken, dan denkt het systeem dat er een probleem of brand is. En sluit alles hermetisch af.

Vervolgens moet er in veel gevallen een monteur komen die alles weer gebruiksklaar maakt. Kost de pomphouder veel geld, en andere mensen met een waterstofbolide potentieel een lege tank. Die stopknop moet je zien als een noodknop op een of andere gigantische machine. Zo een die met gemak al je vingers van je handpalm afhaalt. Daar druk je ook pas op als er iets serieus mis is. Waterstof tanken is niet anders.

Is dit de toekomst?

Tja. De techniek werkt, de emissies zijn laag en het voelt vertrouwd. Maar de efficiëntie is bedroevend, de infrastructuur is een lachertje en elektrische auto’s hebben inmiddels een straatlengte voorsprong.

Toch is waterstof nog niet afgeschreven. In zwaar transport – waar gewicht en laadtijd écht tellen – is het wél een interessante speler. Denk: vrachtwagens, bussen, treinen, schepen. Of sportwagens voor mensen die vinden dat een EV klinkt als een föhn op standje drie.

(Nog) niet voor de massa

De waterstofverbrandingsmotor is een knap staaltje techniek voor mensen die graag met vuur spelen, maar dan milieubewust. Leuk voor de techliefhebber, de ingenieur of de autofabrikant die z’n R&D-budget op moet maken. Maar voor de gemiddelde automobilist? Nog niet.

De toekomst is misschien waterstof. Maar voorlopig rijden we gewoon nog even elektrisch. Of op benzine. Of in een lease-Tesla van de baas. Tot die tijd? Gewoon goed blijven tanken. Wat je er ook in gooit.

Categorieën

0 REACTIES
Reageren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *