De naam Lotus klinkt bij autoliefhebbers nog altijd als een goed bewaarde heilige relikwie. Lichtgewicht, puristisch, Colin Chapman die ergens fluistert: “Simplify, then add lightness.” Toen Lotus zijn volledig elektrische modellen presenteerde, werd er dan ook collectief ‘godslastering!’ geroepen. Ik weet dat zo zeker, omdat ik meeschreeuwde. Juist daarom is de Lotus Emeya 600SE de ideale auto voor deze rijtest. Zelfreflectie is tenslotte ook een vorm van volwassenheid.
| Sterke punten: | Zwakke Punten: |
| + Echte feedback voor de rijder | – Geen aan- of uitknop |
| + Luxe afwerking mét knoppen | – spraakbesturing |
| + Betere laadsnelheid én praktischer dan concurrentie | – Klanten kiezen veelal voor concurrentie |


Wat is de Lotus Emeya?
Een hyper-GT die geen sorry zegt. De Emeya is geen sedan, geen coupé en ook geen traditionele GT. Het is een landjacht van ruim twee meter breed en iets meer dan vijf meter lang. En dat woord landjacht is bewust gekozen. Het interieur voelt niet als een auto, maar als een zorgvuldig samengesteld designobject. Alles wat je ziet en aanraakt, voelt duur. Niet ‘net-aan-premium’, maar echt prijzig. En ja, dat mag ook, gezien het prijskaartje. Wat vooral verrast: dit komt van een merk dat decennialang leefde op dunne stoelen, weinig isolatie en waar “comfort” een scheldwoord was.
De aandrijving bestaat uit twee elektromotoren, eentje voor en eentje achter. Vierwielaandrijving dus. Ook dat voelt nog altijd een tikje on-Lotus. Samen leveren ze 450 kW, oftewel 612 pk, en 710 Nm koppel. Dat resulteert in een sprint naar 100 km/u in 4,15 seconden. De cijfers zitten dus wel goed. Als het een maatje meer mag zijn verkoopt Lotus je graag een 900 pk versie van dezelfde auto. Dan knabbel je zo’n twee seconden van de lanceertijd af.
Laden kan AC met 22 kW en DC met cijfers waar menig concurrent stil van wordt. Lotus communiceert officieel ‘355 kW+’, maar in ideale omstandigheden zijn er uitschieters gemeten richting 440 kW. Wij hielden het realistisch: een koude nacht, 3 graden, koud accupakket. Resultaat: van 13 naar 79 procent in 15 minuten en 21 seconden aan een 400 kW Fastned-lader. Dat zijn laadtijden waar zelfs de Duitse premiumhoek even stil van wordt.


Ook praktisch is de Emeya verrassend volwassen. Achterin zit je uitstekend, ook als je geen gemiddelde lengte hebt. De bagageruimte meet 426 liter en groeit tot 1.388 liter met neergeklapte achterbank. De opening is groot, de vloer bruikbaar en ineens kijk je heel kritisch naar een Taycan of e-tron GT, die hier simpelweg minder antwoord op hebben.
Hoe rijdt de Lotus Emeya 600SE?
Hij is Zwaarder dan een Taycan, maar veel scherper dan je verwacht. Je eerste fysieke contact is met de stoelen, en die stellen niet teleur. Ze bieden stevige zijdelingse steun, maar zijn comfortabel genoeg voor ritten waar je Spotify-algoritme zenuwachtig van wordt. De massagefunctie helpt daarbij. De stoelverwarming is goed, maar niet uitzonderlijk. De ventilatie daarentegen is krachtig en opvallend stil. Alsof iemand een fluisterende bladblazer in je rugleuning heeft verstopt.



Een startknop zoeken heeft geen zin, want die is er niet. De Emeya beslist zelf wanneer hij ‘aan’ is. Dat klinkt erger dan het is. In de praktijk werkt het vlekkeloos. Geen vertraging, geen onduidelijkheid. Toch voelt het alsof je symbolisch een stukje controle moet inleveren. En dat wringt, zeker bij een merk dat altijd draaide om betrokkenheid.
Het onderstel is typisch Lotus. Dubbele draagarmen rondom zorgen voor een scherpte die je niet verwacht bij een auto van ruim 2.500 kilo. Het comfort blijft keurig, maar de demping is duidelijk aan de stevige kant. Nooit oncomfortabel, wel resoluut. Alsof de Emeya zegt: wij gaan rijden, niet dobberen.
Het stuur, bekleed met Alcantara, is qua vorm en dikte precies goed. Maar het echte nieuws zit in de feedback. Die is ronduit fenomenaal. Dit is geen elektrisch, synthetisch stuurgevoel, maar pure communicatie. Je voelt grip, belasting en zelfs nuance. De enorme remmen passen perfect bij dat karakter: krachtig, goed doseerbaar en met feedback waar je blij van wordt.
Rijmodi: één flipper, vier persoonlijkheden
De rijmodi van de Emeya bedien je niet via een menu, maar gewoon met de rechterflipper achter het stuur. Een kleine ingreep die perfect past bij het karakter van de auto: ogen op de weg, handen aan het stuur.


De beschikbare modi heten Range, Tour, Sport en Individual. In Range is de Emeya op zijn meest ingetogen. Het vermogen wordt rustiger aangesproken, de auto ligt iets hoger op zijn luchtvering en alles staat in het teken van efficiëntie. Dit is de stand waarin je kilometers maakt en de Emeya zich gedraagt als een keurige, bijna bescheiden GT.
Tour is de allrounder. De vering zakt iets maar blijft bruikbaar, de dempers worden soepeler en het gaspedaal reageert alerter zonder nerveus te worden. Dit is de modus waarin je de Emeya het liefst elke dag rijdt: comfortabel, verfijnd en altijd paraat.
In Sport gaat de Emeya zichtbaar door de knieën. De luchtvering verlaagt de auto, de carrosserie voelt strakker en de besturing krijgt meer gewicht. Door de actieve aerodynamische delen zoals de splitter voor en de spoiler achter gaat er ook daadwerkelijk meer gewicht over de auto. Het gaspedaal reageert directer en de Emeya verandert van luxe reisauto in een serieuze rijdersauto.
Individual laat je zelf mixen en matchen, voor wie precies weet wat hij wil. De uiterste stand is Track-achtig van karakter, zonder dat Lotus het zo noemt. Hier staat alles op scherp, ligt de auto het laagst en voelt elke input alsof hij zonder filter wordt doorgegeven. Niet per se geschikt voor woon-werkverkeer, wel ideaal voor wegen met intentie.

Hier heb je wat context
Mijn dagelijkse auto is een Ford Fiesta ST. Licht, speels, communicatief. Een auto die bekendstaat om zijn rijplezier. Dit is dan ook best pijnlijk: de Lotus Emeya is leuker om te rijden. Ondanks zijn gewicht. Ondanks zijn formaat. De Emeya voelt preciezer, volwassener en beter verbonden met het wegdek. Dat zegt veel over hoe goed het chassis in elkaar zit.
Vermogen verveelt nooit
De instapper die supercars doet blozen, 450 kW is hier de instapper. Even laten bezinken. De Emeya 900 gaat daar nog ruim overheen. De manier waarop de Emeya 600SE zijn vermogen inzet, is opvallend beschaafd. Geen explosieve klap zoals bij sommige bij bijvoorbeeld een Tesla, maar gecontroleerde, constante kracht. Altijd aanwezig, altijd bruikbaar. Zelfs onder de 10 procent acculading blijft de auto overtuigend presteren.


Interieur en bediening Knoppen: 1 – Touchscreens 0
Vrijwel alle belangrijke functies hebben fysieke knoppen. Echte knoppen. Met een bevredigende klik. De temperatuurregeling reageert zelfs visueel via sfeerverlichting. Het infotainment, eerder bekritiseerd, is nu snel en logisch. Alleen de spraakbediening blijft hardnekkig onbegripvol. ‘Sorry, ik begrijp het niet’ werd in vijf dagen tijd een terugkerend refrein.
Het KEF-audiosysteem van 1.380 watt is subliem. De camera’s zijn uitstekend en ook geen overbodige luxe bij dit formaat. De uitrusting is royaal, opties zijn nauwelijks nodig. Onze testauto kwam uit op €141.735. Zonder extra’s zit je op €132.133.




Conclusie Lotus Emeya 600SE
Lotus bewijst met de Emeya 600SE dat gewicht geen vijand hoeft te zijn van rijplezier, zolang je maar weet wat je doet. Dit is geen elektrische sedan die probeert sportief te zijn, maar een rijdersauto die toevallig elektrisch is. De feedback, de balans en de manier waarop deze auto je betrekt bij het rijden, zijn van een niveau dat je eerder associeert met lichte sportwagens dan met een hyper-GT van 2,5 ton.
Ja, hij kost veel geld. Ja, hij heeft nukken, zoals een spraakbediening die vooral zichzelf hoort praten en het ontbreken van een startknop dat puristen zal irriteren. En ja, de Porsche Taycan blijft voor velen de veilige keuze. Maar veilig is zelden memorabel.
De Lotus Emeya 600SE is dat wel. Niet omdat hij de regels volgt, maar omdat hij ze begrijpt. En dat is misschien wel de meest Lotusiaanse eigenschap die hij had kunnen hebben.




