Heeft Dacia een SUV die zo groot is als de Bigster daadwerkelijk nodig? Ja, want er zijn altijd Duster-eigenaren die op een gegeven moment de volgende trede willen beklimmen, omdat ze de extra financiële ruimte hebben of de extra interieurruimte heel goed kunnen gebruiken. Maar ook nee, want onze testauto – een Bigster Hybrid 155 in Journey-outfit – schurkt met zijn prijs inmiddels wél tegen de 40.000 euro aan. Begeeft het altijd zo bereikbare Dacia zich met de lang niet voor iedereen zo bereikbare Bigster wel op het juiste terrein?

Sterke puntenZwakke punten
+ Volop ruimte– Brommerige aandrijflijn
+ Stoere ‘no-nonsense’ uitstraling– Veel hard plastic
+ 18.000 euro goedkoper dan een Volkswagen Tayron!– Maar om nou bijna 40.000 euro te betalen voor een Dacia …

Even kennismaken: de Dacia Bigster

Autofabrikanten strooien graag met sterren. Mercedes-Benz, Chrysler en Polestar reiken met hun merklogo’s naar grote hoogten, terwijl de Roadster en Speedster zijn zelfs uitgegroeid tot soortnamen. Verbasteringen hierop zijn er volop: Boxster, Veloster, Duster – en nu dus ook Bigster. Dit is de naam die het nieuwste topmodel van Dacia kreeg opgespeld. De SUV is een maatje groter dan de populaire Duster, maar feitelijk maakt hij van precies dezelfde techniek gebruik. Die is dan weer afkomstig uit de magazijnen van Renault. Kortom: de Bigster betreedt nieuwe terreinen op een beproefd fundament.

Zo op het eerste gezicht zou je verwachten dat de Bigster niet meer is dan een Duster met backpack, maar van de 22,7 cm extra lengte profiteert niet alleen de kofferbak. De 2,70 m grote wielbasis van de Bigster is 4,5 cm langer dan die van de Duster, en dat laat de passagiers op de achterbank een vreugdesprongetje maken. De extra beenruimte is hier duidelijk merkbaar. Breedte en hoogte van de auto zijn wel gelijk aan die van de Duster, dus daar zit geen groei. De kofferbak heeft een inhoud van 612 liter, met de achterbank neergeklapt kan er zelfs een vracht van 1.912 liter achterin. Waarmee de Dacia Bigster dicht in de buurt komt van de Volkswagen Tayron, zeg maar de Tiguan XL. Maar dat is een auto die als (krachtigere) hybride zomaar 18.000 euro duurder is dan de Bigster. Een prijsverschil van een hele Dacia Spring!

Belooft dit wel zo’n warm onthaal?

Eerlijk is eerlijk: je ziet in een oogopslag hoe Dacia zijn naam als prijspakker in ere houdt, ook met het nieuwe topmodel Bigster. Afgezien van de hogere middentunnel, is het dashboard identiek aan dat van de Duster. Een overzichtelijk geheel, waarin de belangrijkste functies (gelukkig!) met ouderwetse drukknoppen worden bediend. Het instrumentarium is helemaal digitaal, en vertoont alle informatie die je nodig hebt. Maar de verwantschappen met de Duster betekenen ook: goedkope materialen. Het maakt niet uit welk paneel je aanraakt, met een tedere streling of met een wat stevigere klap, alles is gemaakt van hard hol plastic en het strookje leer om het stuurwiel voelt nogal synthetisch aan. Waarmee overigens prima te leven is, als je je onderweg meer bekommert om het verkeer om je heen en een laag brandstofverbruik, dan om kwalitatief hoogstaande stoffen en een droog overhemd na een lange rit. In de luxe Journey-uitvoering blinkt de stoelbekleding namelijk niet uit in ademend vermogen.

Maar hoe rijdt dat dan, zo’n Dacia Bigster?

Comfortabel en ontspannen, mede omdat de Bigster je niet zal verleiden om het gaspedaal eens helemaal naar de bodem te trappen of om een bocht met krijsende banden te attaqueren. Daartoe is de Bigster niet op deze planeet gezet. Achter het sympathieke, hoekige design schuilt ondersteltechniek waarmee de doorsnee Dacia-koper zich uitstekend bedeeld voelt. Je krijgt keurige McPherson-veerpoten aan de voorkant en een ruimtebesparende torsie-as voor de achterwielophanging. Je hebt schijfremmen voor en beproefde trommeltremmen achter. Niets meer, maar ook niets minder. Bij een auto als de Dacia Bigster mag je niet verwachten dat je een besturing krijgt die samensmelt met je zintuigen. Nee, juist door de sterke bekrachtiging laat de SUV zich heel gemakkelijk door druk stadsverkeer of over het parkeerplein bij het winkelcentrum dirigeren. Voor de beoogde koper is dat veel meer waard dan zinnenprikkelende rijeigenschappen.

Hoe zuinig is de Dacia Bigster?

Ook op de snelweg heb je er algauw vrede mee dat je je gaat houden aan de maximum toegestane snelheid. De Bigster grijpt je niet bij het nekvel om alle verkeer op de linkerbaan aan de kant te drukken. Niets daarvan: achter het stuur is het pais en vree. Dat komt mede door de aandrijftechniek, een 1,8-liter benzinemotor met vier kleppen per cilinder en directe injectie maar zónder turbo. Die is gekoppeld aan een elektrische hulpmotor in de transmissie, die het verbruik moet drukken. Op benzine schakelt de automaat door vier versnellingen, op stroom wordt tussen twee afzonderlijke verzetten gewisseld. Een complex stukje techniek, dat echter tot een heel soepele voortstuwing in staat is. Je wordt alleen zo nu en dan opgeschud door de benzinemotor, zodra die zijn rol als generator gaat spelen. Met een hoop rumoer zet hij zijn energie dan om in laadstroom.

Gecombineerd leveren de benzine- en elektromotor een vermogen van 156 pk en een maximum koppel van 172 Nm. Ook daarmee wordt je automatisch gedwongen tot een behoudende rijstijl. Dacia zegt dat je in minimaal 9,7 seconden vanuit stilstand op de 100 zit, en dat geloven we meteen. De auto moedigt zodoende aan tot een zo zuinig mogelijke rijstijl. Volgens de WLTP-meetcyclus is 4,6 liter benzine op 100 kilometer haalbaar, en in de praktijk (met een paar flinke snelwegritten) wijken wij daar nauwelijks vanaf. Hulde voor de efficiëntie van de aandrijflijn, want op een volle tank rijd je zomaar 1.000 kilometer.

Wat kost de Bigster en wat krijg je allemaal voor dat geld?

Uitgaande van de Bigster met 156 pk sterke hybride-aandrijving, zoals we die hier hebben getest, stap je in voor een bedrag van 35.300 euro. Voor die prijs levert Dacia je beslist geen schraalhans van een auto. Zaken als airco met twee temperatuurzones, een achteruitrijcamera, een digitaal instrumentarium en 17-inch lichtmetaal zijn bij de prijs inbegrepen. Van de veiligheidsuitrusting moet je geen hooggespannen verwachtingen hebben. Het noodzakelijke zit erop, maar EuroNCAP kent de Bigster ook niet meer dan drie sterren toe. Onze testauto, uitgevoerd als Journey, beschikt bijvoorbeeld ook over adaptieve cruisecontrol en satellietnavigatie. Een grotere tellercluster, gedeeltelijke elektrische stoelverstelling (met lendesteun) en 18-inch wielen moeten de meerprijs ten opzichte van basismodel Expression (à 4000 euro) compenseren.

Voorzien van optionele two-tone metallic lak, een Winterpakket (met stuur- en stoelverwarming) en het Pack Assist (dodehoekwaarschuwing en een 360-gradencamera) komt de prijs van de testauto echter al dicht in de buurt van de 40.000 euro. We kunnen ons voorstellen dat zo’n bedrag voor veel trouwe Dacia-klanten een brug te ver is. Gaat de Bigster dan potten breken op de prestige-gevoelige leasemarkt? Voor een maandtarief dat een stuk lager ligt dan voor bijvoorbeeld een Volkswagen Tiguan met 150 sterke mild-hybrid motor, is de kostenbesparing beslist het overwegen waard.

Conclusie

De verwende automobilist wordt door de Dacia Bigster weer even met beide benen terug op aarde gezet. De auto lanceert de bekende karaktereigenschappen van een Dacia – beproefde techniek, een ‘no-nonsense’-uitstraling, niet al te hoogdravende rijeigenschappen en een aankleding die de lage prijs verklaart – in een marktsegment waar de gemiddelde koper best kritisch is. Of dat werkt? Hoe dan ook levert Dacia je weer een heleboel auto voor een alleszins schappelijke prijs. Al kan het totaalbedrag na het aanvinken van wat begerenswaardige opties naar Dacia-begrippen algauw de spuigaten uitlopen. Ja, de Dacia Bigster is beslist een goede auto. Maar of hij goed genoeg is voor het marktsegment dat hij betreedt, gaat zijn prijs ons leren.

Categorieën

0 REACTIES
Reageren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *