Kabinet rommelt in de marge met motorrijtuigenbelasting
De afbouw van de korting op de wegenbelasting voor elektrische auto’s gaat in iets andere stappen omhoog. Dat wil zeggen: als de gisteren aangekondigde plannen van het kabinet worden aangenomen. Waar rijders van emissievrije personenauto’s dit jaar nog profiteren van 75% korting, gaat dat voordeel in 2026 naar 30%. Drie jaar lang blijft die korting gehandhaafd, om in 2029 weer terug te zakken naar 25%. Die korting geldt maar één jaar, vanaf 2030 vervalt de korting volledig.
Eigenlijk zou de korting al eerder verdwijnen. Nu kabinet de korting van 25% tijdelijk wil verhogen naar 30%, is de daling wat meer gefaseerd. Maar op termijn verandert het beeld niet. Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast. Tenzij een volgende regering daar een stokje voor steekt.
Van meer naar minder en niets
Voor EV-bestuurders verandert er veel in korte tijd. Dit jaar betalen ze nog maar 25% van het benzinetarief. Vanaf 2026 wordt dat 70% als het voorstel wordt aangenomen. Dan geldt in 2029 weer de 25% korting en verdwijnt het voordeel vanaf 2030, bijna drie keer zoveel. Daarna verdwijnt het voordeel volledig. De sprong is daarmee fors, ook al is de korting in 2026–2028 iets meer dan aanvankelijk gepland.
Voorgestelde korting motorrijtuigenbelasting emissievrije personenauto’s
| Jaar | Huidige tariefkorting | Voorstel tariefkorting |
|---|---|---|
| 2026 | 25% | 30% |
| 2027 | 25% | 30% |
| 2028 | 25% | 30% |
| 2029 | 25% | 25% |
| Vanaf 2030 | 0% | 0% |
Belangrijk detail: de regeling geldt uitsluitend voor emissievrije personenauto’s, zoals volledig elektrische modellen en waterstofauto’s. Voor elektrische bestelauto’s en plug-in hybrides (met ≤ 50 g CO₂/km uitstoot) vervalt de korting na dit jaar.
Voor de gebruikers betekent dit dat de kosten voor elektrisch rijden in stappen oplopen. Wie nu een elektrische auto koopt of leaset, doet er goed aan te rekenen met de tarieven vanaf 2026 en rekening te houden met 2030, wanneer alle kortingen verdwijnen. Ook de provinciale opcenten spelen een rol, waardoor de uiteindelijke bedragen per regio verschillen. Private lease-aanbieders en leasemaatschappijen zullen de nieuwe tarieven in hun maandprijzen doorberekenen. Voor gebruikers van elektrische bestelwagens stijgen de kosten dus nog eerder, en meer.
Geen gelijk speelveld meer
De motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op gewicht en provinciale opcenten. Omdat elektrische auto’s door hun accu gemiddeld zwaarder zijn, zou de belasting zonder korting hoger uitvallen dan bij een vergelijkbare benzineauto. De huidige korting is bedoeld om dat verschil te compenseren en elektrisch rijden aantrekkelijk te houden. Met de 30% korting in 2026–2028 betalen EV-rijders per saldo iets minder of ongeveer evenveel als benzinerijders.
Een voorbeeld maakt het verschil concreet: een elektrische middenklasser van 1.800 kilo – en dat is zeker geen zwaargewicht – kost in 2025, afhankelijk van de provincie, zo’n €250 tot €300 per jaar aan wegenbelasting. In 2026 loopt dat bedrag op naar circa €700, en in 2029 naar ruim €750. De korting maskeert dus vooral het feit dat de belastingdruk stevig stijgt.
Veel misverstanden
De gewijzigde regeling leidt uiteraard tot verwarring. Zo wordt geregeld gezegd dat de korting in 2029 al verdwijnt, maar dat klopt niet: er blijft 25% korting van kracht tot 1 januari 2030. Ook leeft het idee dat de korting voor bestelauto’s wordt doorgetrokken. In werkelijkheid stopt dat voordeel na 2025, waardoor eigenaren van elektrische bedrijfswagens nog sneller met hogere lasten te maken krijgen.
Kritiek uit de sector
Brancheorganisaties zijn niet gerustgesteld. De RAI Vereniging noemt de plannen van het kabinet te kortzichtig en wijst erop dat automobilisten behoefte hebben aan een voorspelbaar en robuust belastingstelsel. De combinatie van hogere wegenbelasting, het verdwijnen van aanschafsubsidies en het gelijktrekken van de bijtelling voor elektrische leaseauto’s vanaf 2026 maakt elektrisch rijden minder aantrekkelijk. Ook de BOVAG spreekt van een “halfslachtige koers” die investeringen in duurzame mobiliteit kan afremmen.
Brandstofprijzen gaan straks fors omhoog
Laten we trouwens niet vergeten dat rijden met een brandstofauto tegen die tijd waarschijnlijk nog veel duurder wordt. Als de accijnskorting op brandstof alsnog verdwijnt en de ETS2-toeslag er nog bovenop komt, zou brandstof wel eens twee kwartjes per liter duurder kunnen worden. Dat is iets wat de meeste rijders van brandstofauto’s nog niet willen weten, maar wel degelijk een concreet toekomstbeeld is. Het huidige demissionaire kabinet kan dan wel doen alsof we niet aan onze klimaatdoelen hoeven te denken, maar die doelen zijn er gewoon, en ook vastgelegd in de wet.
Dat geldt ook voor de ETS2. Die ligt allang vast en komt daadwerkelijk eraan, en de accijnsverlaging die men alsnog verlengt kost zoveel geld dat een volgend kabinet die onmogelijk kan handhaven. Wie trouwens denkt dat er op elektriciteit geen of minder belasting wordt geheven: was dat maar waar. De energieheffing op elektriciteit is in verhouding zelfs nog hoger.
Klimaatdoelen zijn heel ver weg
De plannen van het huidige, demissionaire kabinet zijn duidelijk: eerst een tijdelijke verzachting, daarna een definitieve afbouw. Voor wie elektrisch rijdt betekent dat een structureel hogere lastenpost. Laten we voor hen hopen dat een volgend kabinet zich wat meer zorgen maakt over onze klimaatdoelen. Die zijn, zoals de NOS onlangs meldde, verder weg dan ooit.
Dit artikel verscheen als eerste op: evupdate.nl
