
Ford heeft bewezen dat innovatie en robuustheid hand in hand gaan. Dat leest u goed. In onze lopende serie over de geschiedenis van verscheidene fabrikanten duiken we vandaag in het verhaal van Ford. Op het gebied van productie zijn ze misschien wel een van de belangrijkste spelers ooit.
De fabricagelijn als ruggengraat
Op 1 december 1913 introduceerde Henry Ford in zijn Highland Park-fabriek de lopende band – een revolutionaire innovatie die de productie van de Model T in een stroomversnelling bracht. Wat vroeger urenwerk was, werd ineens een geoliede machine waarin auto’s in recordtijd werden geassembleerd. Het ging zo snel dat je bijna kon denken dat er koffiepauzes tussen de 10-seconden-ritmes pasten.
Deze methode verlaagde niet alleen de kosten, maar maakte de auto ook toegankelijk voor de brede massa. Kortom, Ford zette de toon voor de moderne industriële productie – en dat proefde de wereld meteen.
“Hoe dan?”, vraag je je af? De assemblagelijn was niet het enige dat Henry Ford introduceerde. Ook het idee van het moderne weekend – twee vrije dagen – kwam uit zijn koker.
Ford en Ferrari
Geen verhaal over Ford is compleet zonder de epische strijd met Ferrari. In de vroege jaren zestig mislukte een overnamepoging door Enzo Ferrari. Dat wakkerde Ford’s ambitie aan om de Italiaanse dominantie op de racebaan te breken.
Met het GT40-project – waarbij visionairs als Carroll Shelby en de uitstekende coureur Ken Miles betrokken waren – zette Ford alles op alles om Ferrari te verslaan. In 1966, na jaren van teleurstelling, bezorgden Ford-coureurs het merk een begeerlijke 1-2-3-overwinning bij de 24 Uur van Le Mans. Het liet de wereld zien dat Amerikaanse spierballen – ook als ze deels in Engeland ontwikkeld zijn – het konden opnemen tegen Italiaanse finesse.
De ontwikkeling van de Ford GT40
We kunnen geen stuk schrijven over de GT40 zonder het te hebben over diens ontwikkelingsproces. Ford had aanvankelijk niet alle race-expertise in huis en schakelde de Britse bouwer Lola Cars in. Wat begon als een prototype opgebouwd uit bestaande onderdelen, werd door Ford’s technische team – onder leiding van Roy Lunn – verfijnd tot een meesterwerk.
De naam GT40 verwijst naar de 40-inch hoogte van de wagen (nodig om binnen de Grand Touring-categorie te blijven). Uiteindelijk bleek deze technische samenwerking precies wat nodig was om Ferrari op Le Mans in 1966 flink terug te pakken. Een staaltje techniek waar zelfs de meest kritische autoliefhebber respect voor heeft.
De Mustang
In 1964 verscheen de Ford Mustang op de markt. Met een explosie van energie, stijl en pure opwinding zette hij direct de toon. Het design, gecombineerd met een krachtige V8-motor, maakte het model razend populair. Binnen het eerste jaar werden er maar liefst 680.000 exemplaren verkocht – een record dat tot op de dag van vandaag staat.
De Mustang is meer dan een auto; hij is een icoon van de Amerikaanse spirit. Een model dat keer op keer bewijst dat passie en prestatie hand in hand gaan. Zoals bij andere Ford-modellen zouden we gemakkelijk een volledig artikel kunnen wijden aan de Mustang. Laat het vooral weten als dat je interesse wekt!
De F-serie
Naast sportieve successen maakte Ford ook indruk in het commerciële segment. De introductie van de F-Series trucks – met de F-150 als boegbeeld – betekende een revolutie in transport en bouw. Sinds 1948 zijn er meer dan 40 miljoen F-Series trucks geproduceerd.
Deze robuuste voertuigen staan bekend om hun betrouwbaarheid en betaalbaarheid – kwaliteiten voortgekomen uit dezelfde innovatieve productiemethoden die Ford groot maakten. De introductie van de elektrische F-150 Lightning onderstreept Ford’s inzet voor duurzaamheid, zonder in te boeten op kracht.

Lokale innovatie in Europa
De Amerikaanse tak van Ford blinkt uit in massaproductie en kracht, maar in Europa ontwikkelde het merk een heel eigen karakter. Hier moet je immers niet alleen racen tegen de klok, maar ook tegen strenge emissienormen en – zeker in Nederland – tegen het weer.
Neem de Sierra Cosworth. In de late jaren ’80 en vroege jaren ’90 combineerde dit model klassieke lijnen met een door Cosworth ontwikkelde turbomotor – perfect voor de rallysport. Ook de Escort RS Cosworth vond de balans tussen prestaties en dagelijkse bruikbaarheid.
De Focus RS en Fiesta ST gelden als spirituele opvolgers: compacte, dynamische modellen die zelfs de meest sceptische autoliefhebber konden overtuigen. En dan zijn er nog de Mondeo, S-Max en Galaxy – voorbeelden van hoe Ford ook in de middenklasse verfijning weet te brengen.
Dat deze modellen vandaag de dag niet meer nieuw geproduceerd worden, is op z’n minst jammer te noemen.

Ford in een notendop
Wat zowel de Amerikaanse als de Europese tak van Ford gemeen hebben, is betaalbaarheid. Ford’s auto’s zijn in (bijna) alle gevallen klasseloos: net zo geschikt voor de boer als voor de CEO.
Van de revolutionaire fabricagelijn die de auto-industrie voor altijd veranderde, tot de legendarische races waarin Ford Ferrari te kakken zette – het is het verhaal van een merk dat altijd voorop wilde lopen. Van de Model T tot de GT40, van de F-Series tot de Mustang, en van de Sierra Cosworth tot de Focus RS.
Ford blijft innoveren en zich aanpassen aan een veranderende wereld. Terwijl motoren ronken, banden blijven rollen en de elektrische toekomst vorm krijgt, is één ding zeker: De geschiedenis van Ford is een levendig verhaal dat ons telkens weer doet glimlachen.