De politieke onrust in de wereld bereikt inmiddels ook de auto-industrie. Volgens de Tweede Kamer ligt spionage op de loer als Chinese auto’s te dicht bij kritieke infrastructuur, overheidsgebouwen en militaire complexen in de buurt komen. De motie om deze dreiging te onderzoeken is aangenomen door de Tweede Kamer. Is de angst voor spionage gegrond of is dit een manier om concurrentie te dwarsbomen?
Het gevaar
De auto’s die tegenwoordig uit de fabriek rollen, zitten vol met complexe elektronica. De definitie van een auto is sinds een aantal jaar verandert in: een computer met toevallig vier wielen en een stuur. En dan gaat het met name om de EV’s die al geschikt zijn voor (semi)autonoom rijden. Merken als BYD, Geely en Nio gebruiken veel data om hun autonome rijgedrag te verbeteren en optimaliseren.
Door de camera’s op de auto kunnen ze verkeersituaties opnemen, maar natuurlijk ook beelden van de omgeving vastleggen. De connectiviteit van moderne auto’s heeft vele voordelen, zoals automatische software updates. Maar auto’s die dichtbij plekken komen waar gevoelige informatie aanwezig is, kunnen ook proberen om het netwerk te betreden en op die manier deze data buit maken. En dat is precies waarom Jan Paternotte (D66), Thom van Campen (VVD) en Derk Boswijk (CDA) een motie hebben ingediend. De locaties van de gevoelige informatie in kaart brengen en de omvang van deze dreiging, zijn ongetwijfeld onderdeel van het onderzoek.
Als we spionage breder bekijken, is het natuurlijk bijzonder dat het vergrootglas op auto’s wordt gelegd. Mobiele telefoons hebben deze intelligentie namelijk ook en iedereen kan met zijn of haar Huawei in de buurt komen van het Binnenhof. En videobellen in de buurt van gevoelige plekken is ook niet verboden. Worden Chinese telefoons binnenkort ook verboden op deze gevoelige locaties?
Concurrentie
Deze vorm van wantrouwen is niet nieuw. In China mogen Tesla’s op specifieke plekken niet rijden of parkeren. Door deze sancties proberen ze het gevaar van spionage te verminderen. Als reactie hierop heeft Amerika hetzelfde geopperd, maar dan richting de Chinese automerken. Nederland volgt dat voorbeeld en start het onderzoek.
Misschien is dit wel een manier om de consument af te schrikken en de positie van niet-Chinese auto’s te versterken in het Westen. Zeker omdat er onlangs al gesproken is over hogere invoerrechten op Chinese auto’s en het bericht dat de Europese autofabrikanten achter de muziek aanlopen. Hoe dan ook, dit is ongetwijfeld niet het laatste politieke spelletje in de autobranche.
