De Europese Commissie investeert €852 miljoen in zes accuprojecten in Frankrijk, Duitsland, Zweden en Polen. Het geld komt uit het Innovation Fund en is bedoeld voor grootschalige, duurzame productie van accucellen voor elektrische voertuigen. De criteria voor de toekenning focusten op innovatieve technieken zoals PFAS-vrije productie, recycling op locatie en fossielvrije energievoorziening. De subsidies passen in een bredere strategie om Europa minder afhankelijk te maken van Aziatische leveranciers en de binnenlandse accuketen te versterken. Slechts zes van de veertien voorstellen voldeden aan alle strenge selectiecriteria. De eerste fabrieken moeten vanaf 2027 operationeel worden.
56 GWh per jaar: forse uitbreiding Europese capaciteit
De zes projecten zijn stuk voor stuk gericht op grootschalige productie van lithium-ion-accucellen. De jaarlijkse capaciteit loopt uiteen van 1,6 tot ruim 17 gigawattuur. Daarmee kan straks de accu worden geleverd voor naar schatting 750.000 elektrische auto’s per jaar, gerekend met een gemiddelde accucapaciteit van 75 kWh.
- Frankrijk: ACC bouwt vijf lijnen verdeeld over twee gigafabrieken (15,7 GWh). Verkor gaat de capaciteit van zijn fabriek in Duinkerke verdubbelen naar 16 GWh.
- Duitsland: Cellforce werkt aan een pilotfabriek van 1,6 GWh, Leclanché ontwikkelt een schaalbare lijn van 2 GWh.
- Zweden: NOVO Energy bouwt een CO₂-neutrale gigafabriek met 17,3 GWh capaciteit.
- Polen: LG Energy Solution zet een productielijn op voor 85 miljoen cilindercellen per jaar, goed voor 11,5 GWh.
Volgens de Commissie zorgen de projecten samen in tien jaar tijd voor een besparing van 91 miljoen ton CO₂-equivalent.
Van recycling tot PFAS-vrije productie
Wat zoals gezegd opvalt is de focus op innovatie binnen elk project. Niet alleen in cellenchemie, maar vooral in procesoptimalisatie en duurzaamheid. Leclanché ontwikkelt als eerste een volledig PFAS-vrije en watergebaseerde productielijn. Verkor combineert digitalisering en AI met een eigen recyclingfaciliteit voor productieresten. Cellforce focust op silicium-anodes en high-nickel kathodes met lage milieu-impact.
De productieprocessen worden bovendien grotendeels gevoed met hernieuwbare energie. NOVO Energy werkt zelfs volledig fossielvrij en integreert in natuurbeschermingsmaatregelen in de bouw van de fabriek.
Europese autonomie als rode draad
De toegekende subsidies passen binnen bredere Europese strategieën zoals de Net-Zero Industry Act en het Industrial Action Plan voor de automobielsector. Met de steun wil de EU haar eigen accu-industrie versterken en de afhankelijkheid van Aziatische acculeveranciers verminderen. Belangrijk onderdeel daarbij: Europese toeleveringsketens, grondstoffenselectie en productie-inbedding.
De toekenning van middelen werd voor deze ronde mede beoordeeld op de herkomst en diversificatie van de toeleveringsketens, net als op de carbon footprint van het fabricageproces zelf. “We willen dat Europese accuproductie bloeit dankzij schone technologieën,” aldus Eurocommissaris Wopke Hoekstra.
Strenge selectie, beperkte toekenning
Van de 14 ingediende voorstellen kregen uiteindelijk slechts zes projecten groen licht. De overige kandidaten voldeden wel aan de basisvoorwaarden, maar kwamen tekort op een of meer van de beoordelingscriteria. Dat illustreert hoe scherp de lat ligt: naast productkwaliteit tellen ook duurzaamheid van het productieproces, leveringszekerheid, kostenefficiëntie en schaalbaarheid mee.
Voor veelbelovende, maar nog niet rijpe projecten is er begeleiding via de Europese Investeringsbank. Die kunnen met extra ontwikkelingssteun alsnog kans maken op financiering in een volgende subsidieronde.
Pas na 2028 voelbaar in markt
De meeste fabrieken starten hun activiteiten tussen 2027 en 2029. Dat betekent dat het markteffect pas richting 2030 echt zichtbaar wordt. Toch is de subsidie van groot belang: de projecten komen daardoor daadwerkelijk van de grond en trekken tegelijk private investeringen aan.
Voor Europa is dit een belangrijke stap richting een stabielere accumarkt, met kortere levertijden, meer technologische variatie en minder prijsvolatiliteit. Ook voor de werkgelegenheid is het positief: er worden naar verwachting duizenden directe en indirecte banen mee gecreëerd, verspreid over vijf lidstaten.
Dit artikel verscheen als eerste op: evupdate.nl
